Google Analytics 4 vs. Universal Analytics: de belangrijkste verschillen

In de digitale wereld van vandaag is Google Analytics essentieel voor marketeers die inzicht willen krijgen in hun websiteverkeer. De overgang van Universal Analytics (UA) naar Google Analytics 4 (GA4) brengt echter nieuwe uitdagingen en mogelijkheden met zich mee. GA4 is meer dan alleen een nieuwe naam voor het oude platform, het is vanaf de basis opnieuw ontworpen. Het hanteert een vernieuwd datamodel en nieuwe functionaliteiten gericht op privacy, cross-device tracking en voorspelmodellen. Het is niet alleen belangrijk om deze veranderingen te begrijpen, maar ook om ze tijdig te omarmen. Door de functionaliteit van GA4 te leren kennen, zorg je voor een goede overgang en haal je het maximale uit deze nieuwe versie. In deze blogpost duiken we dieper in de belangrijkste verschillen tussen UA en GA4.

GA4: Googles antwoord op de toekomst van digital marketing

Google heeft GA4 geïntroduceerd als een vernieuwde versie van Universal Analytics, om te voldoen aan de groeiende behoeften van marketeers in het snel evoluerende digitale landschap. Met de introductie van GA4, wil Google de infrastructuur moderniseren en de gebruiksvriendelijkheid van Google Analytics verbeteren, terwijl de belangrijkste functies en mogelijkheden die bekend zijn van UA-property’s behouden blijven. Deze nieuwe versie biedt verbeterde functies voor data-analyse en is specifiek ontworpen om in te spelen op belangrijke ontwikkelingen.

Het nieuwe data model

GA4 heeft een geheel nieuwe manier voor het verzamelen van gegevens. In het vorige model, dat gebaseerd was op sessies, werden gebruikersinteracties gegroepeerd per periode. In het nieuwe model, dat gebaseerd is op events, worden alle gebruikersinteracties individueel verwerkt als aparte events.

Session-based model
Bron: Google Skillshop

Het op sessies gebaseerde model

In Universal Analytics is de data gestructureerd in sessies, die de basis vormen voor alle rapportages. Een sessie is een aantal opeenvolgende gebruikersinteracties die binnen een bepaalde periode plaatsvinden op je website. Tijdens een sessie kunnen er verschillende type interacties plaatsvinden, ook wel ‘hits’ genoemd. De type hits zijn onderverdeeld in paginaweergaven, events en e-commerce interacties.

Event-based model
Bron: Google Skillshop

Het op event gebaseerde model

Het nieuwe datamodel van Google Analytics 4 legt de nadruk op het vastleggen van events in plaats van sessies. Deze moeten niet verward worden met de events in Universal Analytics. Met de events is het mogelijk om alle interacties op je website of app op een uniforme wijze te meten. Aan het event kan meer informatie toegevoegd worden door gebruik te maken van de parameters. 

Meer lezen over het configureren van events? We schreven er eerder deze blog over.

Met het nieuwe event-based datamodel kunnen marketeers gebeurtenissen en acties van gebruikers op een meer gedetailleerde en flexibele manier vastleggen. Dit maakt het mogelijk om specifieke gebeurtenissen en interacties die plaatsvinden tijdens de klantreis te meten op grote schaal. Deze manier van meten bereidt de tool ook voor op aangepaste berekeningen en modellering. Door uniforme meting op alle apparaten en platforms, kunnen bedrijven waardevolle inzichten verkrijgen en datagestuurde beslissingen nemen om de gebruikerservaring te optimaliseren voor de gehele klantreis.

User reporting identity/user tracking/gebruikers identificatie

Om ervoor te zorgen dat een gebruiker gedurende zijn gehele klantreis zichtbaar is en herkend wordt, maken GA4-property’s gebruik van een combinatie van diverse methoden om de gebruiker te identificeren, waaronder:

  • User-ID’s: hiermee kunnen gebruikers consistent worden gevolgd wanneer ze zijn ingelogd op je website, waardoor GA4 het gedrag van individuele gebruikers over meerdere sessies en apparaten heen kan volgen.
  • Google-signalen ID’s: als gebruikers zijn ingelogd op hun Google-account en toestemming hebben gegeven voor gepersonaliseerde advertenties, kan GA4 de gebeurtenisgegevens die op de website worden verzameld koppelen aan de Google-accounts van deze gebruikers.
  • Apparaat-ID’s: Analytics kan ook apparaat-ID’s gebruiken als identiteitsruimte. Op websites is de apparaat-ID afkomstig van de _ga cookie in de browser van de gebruiker. In apps is de apparaat-ID afkomstig van de app-instantie-ID.
  • Modeling-technieken: in situaties waarin cookies worden afgewezen, kan GA4 modeling-technieken gebruiken om het gedrag van gebruikers aan te vullen. Hierbij worden gedragsgegevens van vergelijkbare gebruikers die wel cookies accepteren gebruikt om een beter beeld te krijgen van het gedrag van gebruikers die geen cookies accepteren.

Verschil tussen GA4-property’s en UA-property’s

In tegenstelling tot UA-property’s, waarbij het identificeren van de gebruikers voornamelijk gebaseerd was op apparaat-ID’s en afzonderlijk van elkaar werkte, biedt GA4 een nauwkeuriger en vollediger beeld van het gedrag van individuele gebruikers, zelfs wanneer ze verschillende apparaten of profielen gebruiken. Door het modelleren van gegevens streeft GA4 er ook naar betrouwbare inzichten te bieden. Zelfs in een omgeving waar de strengere voorschriften omtrent privacy en cookies resulteren in toenemende data-gaps.

Via de property instellingen kies je zelf hoe deze identiteiten gebruikt worden in de rapportages. Je kan hier kiezen tussen drie opties. Apparaat gebaseerd gebruikt alleen apparaat-ID en negeert alle andere ID’s. Geobserveerd gebruikt alle ID’s alleen geen modellering. Gemengd gebruikt alle identiteiten. Je keuze heeft geen invloed op hoe de gegevens verzameld of verwerkt worden. Je kunt dus op elk moment wisselen tussen de opties zonder dat het gevolgen heeft.

Meer lezen over identiteit voor rapportage in Google Analytics 4? Google heeft hier de informatie voor je gebundeld.

Navigeren door GA4’s nieuwe lay-out

Hoewel op het eerste gezicht niet veel lijkt veranderd, heeft de interface van Google Analytics ook een volledige make-over gekregen. De rapportages zullen niet meer terug te vinden zijn op dezelfde plek, wat in het begin zoeken zal zijn. Om je bij deze zoektocht te helpen, hebben we de rapporten en waar ze te vinden zijn hieronder voor je in kaart gebracht. 

GA4-interface vs. UA-interface

De nieuwe interface bevat tevens een geavanceerde zoektool, die het gemak in het gebruik verhoogt. Deze is te gebruiken voor het vinden van rapporten, account- en property instellingen, en nog veel meer. Zo is het ook mogelijk om vragen te stellen over bepaalde statistieken en dimensies. Super handig!

GA4 zoekbalk

Custom rapportages

De standaardrapportages in GA4 zijn eenvoudig gehouden, elk overzichtsrapport geeft informatie over een inzicht over jouw bedrijf. Het fijne is hier de mogelijkheid om deze volledig te personaliseren aan de hand van je eigen wensen. Door op de bewerkingsknop te klikken, die zich rechtsboven de rapportages bevindt, verschijnt er een scherm waarmee je de dimensies, metrieken en widgets van het rapport kunt wijzigen. Vanuit de rapportbibliotheek is het mogelijk om geheel nieuwe rapportages vanuit bestaande templates toe te voegen.

De ‘explore’-tab, ook bekend als de ‘Analysis Hub’, biedt hiernaast ook nog een vernieuwde functie voor het opstellen van je eigen rapportages om nog meer de diepte in te gaan. Meer informatie over de inhoud en het gebruik van deze rapportages kan je vinden in deze blog.

Nieuwe metrieken/dimensies en hun betekenis

In plaats van zich te richten op het tellen van gebruikers, legt GA4 voornamelijk de nadruk op het meten van gebruikersbetrokkenheid. Hierdoor zijn er verschillende nieuwe metrieken en dimensies geïntroduceerd en zijn de definities van oude aangepast. Hier de belangrijkste op een rij.

Gebruikers

In beide Analytics versies wordt de term “Gebruikers” gehanteerd in de rapportages. Hoewel dit hetzelfde lijkt, is er een verschil in de berekening van deze statistiek tussen UA en GA4. Universal Analytics gebruikt hiervoor het totale aantal gebruikers als primaire statistiek, terwijl GA4 zich richt op actieve gebruikers. Een actieve gebruiker is iemand die een sessie met engagement heeft.  De metriek voor totaal aantal gebruikers is wel nog aanwezig in GA4 en kan handmatig toegevoegd worden aan de rapporten.

Sessie

Een sessie is een periode waarin een gebruiker actief is op de website. In UA kan deze sessie worden beëindigd door verschillende redenen, zoals inactiviteit gedurende 30 minuten, het tijdstip dat middernacht bereikt volgens de ingestelde tijdzone, of wanneer nieuwe campagneparameters worden gedetecteerd. Als een gebruiker terugkeert na een time-out voor een sessie, start er een nieuwe sessie. In tegenstelling tot UA worden sessies in GA4 niet meer opnieuw gestart om middernacht of wanneer nieuwe campagneparameters worden gedetecteerd. De start van een sessie wordt aangeduid met de gebeurtenis “session_start”, die een sessie-ID genereert en deze ID koppelt aan elke volgende gebeurtenis in de sessie.

Conversies

Als het gaat om het meten van conversies, zijn er belangrijke verschillen in hoe conversies worden geteld en welke doeltypen worden ondersteund. In Universal Analytics kon je doelen definiëren op basis van vijf doeltypen, waaronder bestemming, duur, pagina’s/sessie, slimme doelen en gebeurtenisdoelen. Elke conversie wordt slechts één keer per sessie geteld. Bijvoorbeeld, als een gebruiker een formulier twee keer indient tijdens dezelfde sessie, wordt er slechts één conversie geteld voor het doel van “formulierinzending”.

In Google Analytics 4 daarentegen, wordt alleen het doeltype gebeurtenisdoelen ondersteund.  Verder worden de conversies standaard geteld voor elke instantie van een conversiegebeurtenis, zelfs als dezelfde gebeurtenis meerdere keren wordt geregistreerd tijdens dezelfde sessie.

Om de verschillen in het aantal conversies tussen jouw UA-property en de bijbehorende GA4-property te verminderen, kan je de telmethode voor GA4-conversies instellen op “Eén per sessie”. Dit zorgt ervoor dat slechts één conversie per sessie wordt geteld, vergelijkbaar met UA. Wijzigingen in de telmethode zijn alleen van toepassing op toekomstige conversies en niet op eerder gemeten conversies.

Engagement

Met de nadruk op betrokken gebruikers zijn er in GA4 een aantal nieuwe engagement metrieken geïntroduceerd, zoals ‘Sessies met engagement’, ‘Engagementpercentage’ en ‘Gebruikersengagement’.

  • ‘Sessies met engagement’: dit zijn sessies die langer duren dan 10 seconden, leiden tot een conversie, of twee of meer schermen of pagina’s weergaven bevatten.
  • ‘Engagementpercentage’: het percentage gebruikers dat betrokken is bij uw website of app. Het wordt berekend door te kijken hoeveel van het totaal aantal sessies betrokken is.
  • ‘Gebruikersengagement’: dit is de tijd die iemand besteedt op de webpagina waarbij de tab op de voorgrond zichtbaar is.

Door het gebruik van deze nieuwe engagement metrieken kunt je een beter inzicht krijgen in hoe gebruikers omgaan met jouw website of app, hoe lang ze betrokken blijven en of ze conversie voltooien. Dit kan helpen bij het identificeren van gebieden die verbeterd kunnen worden om de gebruikersbetrokkenheid te vergroten en de algehele gebruikerservaring te verbeteren.

Bounce rate

De bounce rate was in eerste instantie niet meegenomen in Google Analytics 4, maar later is deze geïntroduceerd met een nieuwe definitie. In GA4 meet het bouncepercentage het percentage sessies zonder engagement, ook wel het tegenovergestelde van het engagement percentage. Dit verschilt van de definitie in UA, waar een bounce wordt gemeten als een sessie van één pagina zonder interactie met de pagina.

Traffic-source dimensies

De traffic-source dimensies laten zien waar een bezoeker vandaan komt. In GA4 wordt voor deze dimensies een onderscheid gemaakt tussen user scope, session scope en event scope. De scope is per rapportage anders en het is daarom belangrijk om te weten wat het verschil is.

De user scope laat zien hoe een nieuwe bezoeker op de website landt. Deze dimensies bevatten altijd het voorvoegsel “Nieuwe gebruiker”.

De session scope dimensies geven aan waar nieuwe en terugkerende bezoekers vandaan komen als ze een sessie starten, voor deze dimensies is het voorvoegsel “Sessie”.

De event scope dimensies worden gebruikt om conversie gebeurtenis toe te wijzen aan een verkeersbron, deze bevatten geen voorvoegsel. Er zijn verschillende attributiemodellen die gebruikt kunnen worden om een conversie toe te wijzen, zoals last-click, first-click, data driven, etc.

Conclusie

Kortom, de overstap van Universal Analytics naar Google Analytics 4 heeft geleid tot significante veranderingen in functionaliteiten. GA4 gaat mee met de ontwikkelingen op het gebied van privacy, gebruikers identificatie, cross-device tracking en machine learning. Door de nieuwe manier van meten biedt GA4 een schaalbare oplossing om de klantreis van bezoekers te meten op verschillende platforms en apparaten.

Het is wel belangrijk om te realiseren dat de cijfers tussen UA en GA4 niet overeen zullen komen als gevolg van de veranderingen in meetmethoden en de veranderingen in metrieken en dimensies. Hierdoor is het niet mogelijk om een directe een-op-een vergelijking te maken of de historische data uit UA mee te nemen, wat de overgang naar GA4 complexer maakt. Ook zullen niet alle functionaliteiten van UA beschikbaar zijn. Dit kan echter nog komen aangezien GA4 nog steeds in ontwikkeling is en niet alle functionaliteiten al zijn uitgerold. Het is daarom essentieel om op de hoogte te blijven van verdere ontwikkelingen en vertrouwd te raken met de mogelijkheden van GA4 om de maximale potentie van deze nieuwe versie te benutten.

Mocht je nog niet gestart zijn met het overstappen naar Google Analytics 4 is het van groot belang dit zo snel mogelijk te doen. Vanaf 1 juli 2023 zal je Universal Analytics account namelijk geen data meer verzamelen. Wij helpen je hier graag mee in onze blog. We hebben daarnaast al onze informatie over Google Analytics gebundeld voor je, je vindt het overzicht hier. Hulp nodig bij de overstap naar GA4, bij het configureren van events of wil je graag een training voor het gebruik van de analytics tool? Neem contact op, we helpen graag!